3 maart is geheel gewijd aan Zwolle. Hier ontvangt Lodewijk Napoleon de Landdrost, de overige departementale bestuurders, Burgemeester en Wethouders, de Clerus, de Officieren, de departementale landbouwcommissie, de gezondheidscommissie, waarbij opgemerkt wordt dat er geen artsen en vroedvrouwen op het platteland zijn, de officieren van de Eregarde, de officieren van de jacht en de heren Feith en Semurier.

De koning zegt dat het Departementaal bestuur slecht heeft geantwoord op de vragen die hun gesteld worden, waarbij hij noteert: “Kennen het departement slecht maar hun eigen belang des te beter”. De stad heeft 40.000 gulden inkomsten en ongeveer evenveel uitgaven, en doet dienst als opslagplaats van goederen tussen Westfalen en Amsterdam. Een kanaal tussen het Zwartewater en de IJssel zou zeer nuttig kunnen zijn, hier zou over onderhandeld moeten worden. De minister van Binnenlandse Zaken moet hier een rapport van maken en nog dit jaar erop terug komen.

Kerk

De stad is voorspoedig en heeft een lieflijke aanblik. Er zijn 12.000 inwoners, waaronder 3.400 katholieken en 200 joden. Lodewijk Napoleon heeft te paard de IJssel bezocht, het Nieuwe werk en een tocht door de stad gemaakt. Daarna is hij weer in zijn rijtuig gestapt. Ook heeft hij een bezoek gebracht aan een katholieke kerk die zeer klein is en in een slechte staat verkeert en aan de kousenfabriek van ‘s-Herenberg (in goede staat). Op dit moment is de rijschool in de Kruiskerk, maar de kerk wordt aan de Katholieken toegewezen evenals het Fraterhuis. Er komt een subsidie voor reparaties.

De koning bezoek ook de Grote Kerk (très belle) en het Stadhuis. Het weeshuis is goed onderhouden, wordt beschouwd als van de stad zijnde, hoewel het van de Hervormden is. De suikerraffinaderij moet sluiten vanwege de import uit Frankrijk. Op last van de Minister van Financiën moet de jeneverfabriek van Mollers ook sluiten, maar wordt tot nader orde open gehouden. Decisie XXXVI van de 12e van de Lentemaand 1809:  “Lettende op het belang van het welke de geneverstokerij van J. Mollers voor de gemelde stad schijnt te zijn en op de dringende verzoeken welke men ons tot continuatie derzelven heeft gedaan, permitteren aan voornoemde J. Mollers  … te kunnen voortzetten.”  

Concert

‘s Avonds heeft de koning een orgelconcert in de Grote Kerk bijgewoond, waarbij een grote menigte aanwezig was. Met drie leden van de Commissie der Katholieken en de Aartspriester van Salland is afgesproken dat er een lijst voor verbeteringen en een bestek worden opgemaakt voor de Kruiskerk. Dit moet overhandigd worden als de Koning op de terugweg weer Zwolle aandoet.

*Titelfoto: Gezicht op het Katerveer bij Zwolle, ca. 1880. (collectie HCO)

Siem van Eeten

Zoek hieronder naar handige tips voor vrijwilligers