Het was priester Arnold Waijer een gruwel. De Zwolse Broerenkerk was in 1580 door de protestanten afgenomen van de katholieken en voor een deel vernield. De gereformeerden hadden de kerk nog niet hersteld. Het gebouw deed alleen dienst als onderkomen van rondtrekkende komedianten en koorddansers. Het was nog erger, zelfs “vreemde beesten en wilde dieren” werden er tijdelijk ondergebracht. Geregeld kwam er iemand naar Zwolle om bijvoorbeeld een leeuw of een kameel tegen geld te laten zien. Waijer noteerde dat de kerk was gebruikt als stal voor een… olifant. Als dat geen heiligschennis is? Twee monniken waren die nacht verschenen als geesten en de olifant had het op een brullen gezet. De eigenaar had Zwolle snel verlaten, nadat het stadsbestuur geweigerd had hem vervangend onderdak aan te bieden. De katholieke geesten hadden zich gewroken. 

Die olifant had een naam: Hansken. Het was een vrouwtje dat in 1630 op Ceylon (Sri Lanka) geboren was en in 1633 op verzoek van stadhouder Frederik Hendrik naar Holland gebracht door de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De eigenaar, Cornelis van Groenevelt, is bijna twintig jaar lang met Hansken door Europa getrokken. Van veel plaatsen is een bezoek achterhaald. Vóór Zwolle was Hansken achtereenvolgens in Bremen en Groningen en na Zwolle in Harderwijk. Het verblijf in de Broerenkerk moet eind 1640, begin 1641 hebben plaatsgevonden. Hansken overleed in 1655 in Florence en Van Groenevelt verkocht het kadaver aan de Groothertog van Toscane. Het skelet is bewaard en te zien in een plaatselijk museum.

In de regel moest de Van Groenevelt toestemming vragen aan stadsbestuurders voor het tonen van zijn olifant. Soms stond daar wat tegenover, zoals een speciale voorstelling voor de magistraten en hun gezinnen. In Genève moest Van Groenevelt 100 gulden aan het ziekenhuis betalen. Een bezoek aan een stad duurde drie of vier dagen, zoals een document uit Groningen laat zien. Er waren meerdere voorstellingen op één dag. In het Duitse Schwäbisch Hall werd de toegangsprijs de laatste dag gehalveerd.

Door de weigerachtige opstelling van het stadsbestuur hebben de Zwollenaren gemist wat inwoners van honderden andere plaatsen wel te zien kregen; een van de meest spectaculaire voorstellingen uit die dagen. Een levende olifant had men nog nooit gezien. Deze olifant had bovendien allerlei kunstjes geleerd. Ze kon schermen met haar meester, dansen, een hoed opzetten, een geweer afschieten, geld van de grond rapen, hoffelijk buigen voor haar publiek,  en nog heel veel meer. Hansken had, leek het wel, mensenverstand en deed precies wat haar meester haar opdroeg. Hoe verwonderd men hierover was, blijkt uit vele nagelaten berichten, zoals stadkronieken, dagboeken of brieven. Hansken is vaak afgebeeld. Vooral de tekeningen van Rembrandt hebben haar eeuwige roem bezorgd.

Michiel Roscam Abbing deed onderzoek naar de olifant en schreef er een boek over; Rembrandts olifant. In het spoor van Hansken, dat in 2016 door Leporello werd uitgegeven. Er is ook een site met alle bronnen over de olifant; www.elephanthansken.com.

Het fragment van de aquarel van Hansken is afkomstig uit het Staatsarchiv Bremen.

Zoek hieronder naar handige tips voor vrijwilligers