Koop Oosterveen: ‘Ik ben als soldaat vertrokken. In Indië ben ik soldaat eerste klasse geworden. Toen korporaal Verdam sneuvelde, moest ik drie weken later bij de kapitein komen, bij de Haan en moest ik de functie van Verdam overnemen. Toen ben ik korporaal geworden, in 1946. Daar heb ik nog een papiertje van. Het gaf nog wel een voordeel. Normaal kregen we 80 cent per dag en een korporaal kreeg 85 cent. Vanaf toen leidde ik een sectie van elf man. Je moest leiding geven. Je stuurde die of die naar voren. Je moet dit doen of dat doen. Net als een aanvoerder op het voetbalveld, daar kwam het op neer. Ik zag er niet tegen op, ben er juist wel trots op: ik ben korporaal geweest.

Je bent er wel verantwoordelijk voor dat de sectie goed overkomt. Dat kun je niet altijd volbrengen. Dat hangt ook van je manschappen af en waarin je terecht komt. Ik weet nog best. Berend Klok uit Putten – waar alle mannen in de oorlog zijn opgepakt en weggebracht, had zich ook gemeld als oorlogsvrijwilliger. Afijn, midden in een vuurgevecht raakte Berend ernstig gewond. Hij lag midden in de sawa. Er was geen overlevingskans meer. Eerst moesten we zelf goed terecht zien te komen. Ik heb zijn legernummer gepakt. We zouden hem later ophalen, maar een uur of vier later was hij er niet meer. Berend was dus dood. Zijn legerplaatje heb ik ingeleverd bij de kapitein. Er werd niet meer over gesproken. Berend bestond zogezegd niet meer.

Twintig jaar nadat we terugkwamen, in 1968, toen is de eerste reünie gehouden van 1-11 RI in Schalkhaar. We gingen naar de kazerne in Schalkhaar toe en bij de ontvangst in de kantine zaten een aantal invalide mensen vooraan. En verdomd, daar zat Berend Klok tussen! Met twee grote krukken onder zijn armen. Wat was het geval? De extremisten hadden hem gevonden in de sawa. Dat zijn een paar goeden geweest. Zij hebben hem afgevoerd naar in hospitaal in Djocja. Daar is hij er weer bovenop gekomen. Later is hij naar Holland gekomen. Dat had ik nooit geweten!

Ik herkende hem meteen. Ik pakte koffie, zag hem zitten en dacht: het bestaat nooit dat hij daar zit. Hij zei: “Ik ben er nog.” En heeft mij dat hele verhaal verteld. Hij was invalide. Ik heb nog verschillende keren contact gehad. Hij had een Dafje van het werk gekregen: hij verkocht kaarten bij evenementen. Een uitkering heeft hij niet gehad. Tegenwoordig krijg je als soldaat een dikke portemonnee als je invalide terugkeert. Dat was toen wel anders. We zijn een paar keer bij hem in Terneuzen  geweest. Daar heeft hij nog een vrouwtje opgedaan en een paar kinderen gekregen. En verdomme, een tijdje later kreeg ik bericht van dat vrouwtje: hij had zelfmoord gepleegd. Hij had zich doodgereden, want zag het toch niet meer zitten.’

Ewout van der Horst

Zoek hieronder naar handige tips voor vrijwilligers